2. De sociale strijd in latere jaren

LES 2: alleen de tekst als pdfdocument


Woordenlijst

* furor, oris: razernij; woede
* vel (vgw.): of
         (bw.): zelfs
* mors, rtis: dood
   genitief + gratia = om te...
5.* potentia, ae: macht, invloed
* quisquam, quisquam, quicquam (onbep. vnw.): iemand, iets; een
10. * eques, equitis: ruiter, ridder
* frumentum, i: graan
* instituere, o, ui, utum: oprichten, instellen; beginnen; onderrichten
* denique (bw.): eindelijk, ten slotte; kortom
15.* relinquere, o, liqui, lictum: achterlaten; verlaten

 

Borstbeelden van Tiberius en Gaius Gracchus.

 

Een romantisch schilderij van de moeder van de Gracchi, Cornelia, met links de twee kinderen.

 

Een diploma van Romeins burgerrecht, toegekend aan soldaten na 25 jaar dienst (Museum Leiden)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Woordenlijst

* mutare, : veranderen
* pauper, eris: arm (adj.)
* verus, a, um: waar, echt
* pascere, o, pavi, pastum: weiden; voeden
5.* suadere, eo, suasi, suasum: aanraden, raad geven
* lentus, a, um: traag; lui
* negare, o: neen zeggen, ontkennen, weigeren; zeggen dat niet
10.* servire, io (+ dat.): dienen, slaaf zijn
* portare, o: dragen, brengen          

Borstbeeld van keizer Tiberius.

Tiberius en Agrippina, zijn eerste vrouw (schilderij van P.P. Rubens).

 

 

 

 

 

 

Woordenschat

* salus, utis: heil, welzijn; redding; groet
5.* confirmare, o: stevig maken, versterken; bewijzen, verzekeren, bekrachtigen
10.* secundum + acc. (vz.): volgens
* modus, i: maat; manier

25.* securus, a, um: onbezorgd; veilig
* emere, o, emi, emptum: kopen

 

De titelpagina van één van de bewaarde exemplaren van de Magna Carta.

Een andere tekst van de Magna Carta.

Een vrij moderne afbeelding (1902) van de uitvaardiging van de Magna Carta door Jan zonder Land.

 

Basistekst 1 

De sociale strijd tussen patriciërs en plebejers was in de 4de-3de eeuw geluwd, vooral na de Licinische Wetten van 367 v.Chr. waardoor minstens één van de 2 consuls voortaan een plebejer moest zijn.
Maar in de 2de eeuw groeiden weer nieuwe sociale tegenstellingen (zie de inleiding tot dit Thema I). Tiberius Gracchus, die stamde uit een aanzienlijke familie, nam het toch op voor de vele verarmde boeren en stelde als volkstribuun in 133 v.Chr. een akkerwet voor, die het bezit van staatsgronden tot 125 "iugera" (of 31 ha) beperkte. De wet werd goedgekeurd, maar toen Tiberius een tweede keer volkstribuun wilde worden, werd hij vermoord op aanstoken van de conservatieve oppositie in de senaat.
Tien jaar later probeerde zijn broer Gaius het opnieuw...

     Decem deinde interpositis annis, idem
      Nadat ...                    laten verstrijken
     Gaium fratrem eius occupavit furor qui Ti.
                                                                                     als...
     Gracchum. Qui vel vindicandae fraternae
                               = et is             wreken           van zijn broer
     
mortis gratia vel praemuniendae regalis
                                             zich verzekeren van...  koninklijk
5. potentiae tribunatum ingressus est: dabat
                            het ambt van      aanvaarden,opnemen
                            volkstribuun

     civitatem omnibus Italicis, extendebat eam
      (hier) burger-                          (1)            uitbreiden                
             recht

     paene usque Alpis, dividebat agros, vetabat
         bijna       tot aan                                                    verbieden
     quemquam civem plus quingentis iugeribus
       dat...                                meer dan... vijfhonderd      (2)     
     habere, quod aliquando lege Licinia cautum
                                         eens                   (3)              bepalen
10.erat, nova constituebat portoria, novis
                                                             havengeld
     coloniis replebat provincias, iudicia a senatu
         kolonie        vullen                                 rechtspraak
     trasferebat ad equites, frumentum plebi
         overdragen...           
     dari instituerat - nihil immotum, nihil
                                                     onveranderlijk
     tranquillum, nihil quietum, nihil denique in
              kalm                         rustig                     
15.eodem statu relinquebat.
                       toestand

(1) Italicus: inwoner van Italië
(2) iugerum, i: een "morgen" land, 1/4 hectare
(3) Lex Licinia: de Licinische wet van 367 v.Chr

Naar Velleius Paterculus, Historiae Romanae, II, 6, §§ 1-2-3


Opgaven
 

1. Idem furor ... qui Ti. Gracchum: wat denkt de schrijver Velleius Paterculus over de Gracchi? Is dit normaal voor een geschiedschrijver?

Velleius Paterculus leefde van 19 v. tot 31 n.Chr. en was politiek actief onder keizer Tiberius, met wie hij bevriend was. Verklaart dit één en ander? Zoek eventueel gegevens op over keizer Tiberius...

Waar vind je in deze tekst nog uitlatingen die bewijzen dat de schrijver niet objectief is?

2. Welke maatregelen nam Gaius Gracchus als volkstribuun?

3. In wiens voor- en nadeel waren volgende maatregelen:
- dabat civitatem omnibus Italicis (r.5-6)
- dividebat agros (r.7)
- vetabat ... habere (r.7-9)
- nova portoria constituebat (r.10)
- iudicia a senatu trasferebat ad equites (r.11-12)

4. Welke problemen trachtte Gaius Gracchus op te lossen met volgende maatregelen:
- dividebat agros (r.7)
- novis coloniis replebat provincias (r.10-11)
- frumentum plebi dari instituerat (r.12-13)?

5. Quod lege Licinia cautum erat (r.9-10): wat bewijst dit?

6. Nog even een niet onbelangrijk detail: de maatregel over de beperking van grootgrondbezit en over landverdeling sloeg in feite alleen op de staatsgronden, d.w.z. de gronden die door de staat in nieuw veroverde provincies in bezit waren genomen.
Tast Gracchus het privébezit aan? Blijkt dit duidelijk in deze tekst en wat bewijst dit weer?

 

Basistekst 2 

Met de fabeldichter Phaedrus hebben we vorig jaar al kennis gemaakt in drie leesteksten van Les 4. Hij leefde in de 1ste eeuw n. Chr. en kwam als jonge slaaf aan het hof van keizer Augustus terecht. Hij kreeg de vrijheid en schreef onder de regering van keizer Tiberius (14 - 37 n.Chr.).

     In principatu commutando civium
             oppergezag          veranderen                            
     nil praeter domini nomen mutant pauperes.
      = nihil                 meester   
     Id esse verum, parva haec fabella indicat.
      Dat...                                                        fabel      aantonen
     Asellum in prato timidus pascebat senex.
         ezeltje            weide    vreesachtig   
5. Is hostium clamore subito territus
                      
     suadebat asino fugere, ne possent capi.
                              ezel             
     At ille lentus 'Quaeso, num binas mihi
                                       vragen         of       twee  
     clitellas impositurum victorem putas?'
          zadel       infinitief futurum     
     Senex negavit. 'Ergo, quid refert mea
                                                                 van belang
                                                                     zijn

10.cui serviam, clitellas dum portem unicas?'
                                                    zolang                     één

Phaedrus, Fabulae, I, 15

Opgaven 

1. In tegenstelling tot Velleius Paterculus kwam Phaedrus wel in conflict met de machthebbers en vooral met de beruchte Seianus, hoofd van de keizerlijke garde van Tiberius. Men zag inderdaad politieke toespelingen in zijn fabels - kun je dat verklaren?

2. Waar zit de zedenles in deze fabel? Is er inderdaad een sociale klacht in vervat?
Kun je deze klacht actualiseren, dus toepassen op hedendaagse toestanden in de wereld? En ga je ermee akkoord of niet?

3. Wie is bedoeld met de "asinus/asellus", wie met de "senex", wie met de "hostes"?
En wat symboleert het zadel, de "clitellae"?

4. "Possent" (r.6): is dit enkelvoud of meervoud? Waarom gebruikt de oude man dit enk./mv.?

5. De regering van Augustus (31 v.Chr - 14 n.Chr.) werd beschouwd als een "gouden tijd" van vrede en voorspoed. Zijn opvolger Tiberius zette eerst diens beleid verder, maar door toedoen van Seianus, het hoofd van de keizerlijke garde (de Praetoriaanse wacht), eindigde zijn regering in een periode van tirannie - zoek daar gegevens over op.

6. Antwoord met een Latijnse woordgroep uit de tekst op volgende vragen:
- wat verandert er bij een regeringswissel voor de armen?
- waarom wou de oude man vluchten?

Op deze laatste vraag zijn 2 antwoorden mogelijk - wat is het verschil tussen de 2 antwoorden?

 

 

Basistekst 3 

Lang na het Romeinse rijk bleef het Latijn in gebruik, niet alleen in de kerk, maar ook in het onderwijs en bij het bestuur van vele landen in West-Europa.
Toen de Engelse koning Jan zonder Land (1167-1216) onder druk van zijn baronnen aan zijn onderdanen een aantal vrijheden moest toekennen, werd dat in 1215 bezegeld in de beroemde Magna Carta
. Deze soort grondwet werd in het Latijn opgesteld en garandeerde bepaalde vrijheden aan de kerk, aan de baronnen, maar ook aan alle vrije burgers.

     Johannes Dei gratia rex Angliae, Dominus
                                                                                   heer
     Hiberniae, dux Normanniae et Aquitanniae
            Ierland                       Normandië                 Aquitanië
     .... omnibus fidelibus suis salutem.
                                     trouw                   
     Concessimus et carta nostra 
                                             (1)
5. confirmavimus omnibus liberis hominibus
                                                             vrij                    
     regni nostri, pro nobis et heredibus nostris
                                                               erfgenaam
     in perpetuum, omnes libertates
                 eeuwig                            
     subscriptas...
       onder schrijven...          
     Vidua post mortem mariti sui statim et sine
       weduwe                             echtgenoot       dadelijk
10.difficultate habeat hereditatem suam. Nulla
         moeilijkheid     moet...               erfenis
     vidua distringatur ad se maritandum, dum
                    mag... dwingen                         huwen            als...
      voluerit vivere sine marito...
                         
      Liber homo non amercietur pro parvo
                                           mag...  (2)
      delicto, nisi secundum modum delicti;
        vergrijp
15. et pro magno delicto amercietur secundum
                                                           moet...
     magnitudinem delicti...

     Una mensura vini sit per totum regnum 
                      maat        wijn  er weze
     nostrum, et una mensura cervisiae, et una 
                                                                     bier
     mensura bladi, scilicet quarterium 
                           graan     namelijk         (3)                    
20.Londoniense...
              
     Nullus liber homo capiatur, vel imprisonetur,
                                              mag...                   in de gevangenis
                                                                                 gooien

     aut exuletur, aut aliquo modo destruatur,
                verbannen                                            vernielen (4) 
     nec super eum ibimus, nisi per legale
                                            (5)                          wettelijk
     iudicium parium suorum...
        uitspraak...   
25.Omnes mercatores habeant salvum et
                         handelaars         moeten...      behouden  
     securum exire de Anglia, et venire in
                          
     Angliam, et morari, et ire per Angliam, tam
                                                                                         zowel...
     per terram quam per aquam, ad emendum 
                                 ...als                               om te...         
     et vendendum...
                 verkopen

(1) charta (of carta): papier (van papyrus); geschrift, boek, brief; (hier) oorkonde
(2) amercire: straffen met een willekeurige boete - geen klassiek Latijn
(3) quartarius (hier quarterius): in Rome ongeveer 1/8 van een liter; de "London quarter", bedoeld in de Magna Carta, is een eenheid van inhoud en gewicht, waarvan we de grootte niet kennen
(4) destruere,o: vernielen; (hier) in zijn rechten aantasten
(5) ire super...: (lett.) boven iemand gaan, (hier) optreden tegen

Naar de Magna Carta, §§ 1, 7, 20, 35, 39 en 41

Opgaven 

1. De aanhef van de Magna Carta is heel traditioneel - zo begonnen alle officiële stukken van koningen. Kun je eens opzoeken hoe de aanhef luidt van de wetten en koninklijke besluiten in het Belgisch Staatsblad - zie  http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/summary.pl 

2. Voor wie geldt deze Magna Carta niet? Is ze nog geldig?

3. Welke rechten worden in dit uittreksel van de Magna Carta gegarandeerd?

4. Una mensura vini... (r. 17): dit lijkt midden de andere (mensen)rechten een detail - maar toch is het heel belangrijk, waarom?

5. In de loop van de geschiedenis zijn er nog belangrijke wetten of charters geweest om vrijheden en rechten aan de mensen te garanderen. Ken je er een paar en zoek er gegevens over op.

6. Iedere moderne grondwet is natuurlijk ook zo'n basiswet - ken je enkele belangrijke rechten die door de Belgische of Nederlandse grondwet worden gewaarborgd?

7. We maken hier kennis met Middeleeuws Latijn.
In feite is het Latijn, zoals vaak in latere teksten, heel eenvoudig - kijk maar hoe weinig nieuwe woorden er in de woordenlijst voorkomen...

Maar het Middeleeuws Latijn wijkt wel sterk af van het klassieke Latijn:
- door het gebruik van nieuwe woorden, zoals hier: amercire (r. 13), cervisia (r. 18), bladum (r. 19), imprisonare (r. 21)
- door het gebruik van heel onlatijnse wendingen: wat denk je van "ire super ..." (r. 23) of van de werkwoorden "exire", "venire", "morari", "ire" (r. 26-27)?
- door de spelling en uitspraak: in de oorspronkelijke tekst stond er o.a. "gracia" (r.1), "Anglie" (r.1), "Hibernie" (r.2), cervisie (r.18)...
Wat kun je daaruit afleiden over de uitspraak van sommige tweeklanken en medeklinkers?  

Grammatica  

1. Herhaling van de verbuigingen van substantieven, adjectieven en voornaamwoorden 

a. Vorig jaar zag je al 

- de 5 verbuigingen van de substantieven: zie L.S. nrs 12, 14, 16, 18-19, 23 en 25

- de verbuiging van de belangrijkste groepen adjectieven: zie L.S. nrs 33 en 37

- de verbuiging van de belangrijkste voornaamwoorden: 
   * de persoonlijke voornaamwoorden: zie L.S. nr 72
   * de bezittelijke voornaamwoorden: zie L.S. nr 75.0
   * de aanwijzende voornaamwoorden: zie L.S. nrs 81.1, 82.1, 83.1, 85.1, 87.1 en 90.1

b. Natuurlijk zag je ook al de belangrijkste regels voor het gebruik van de naamvallen:

- de nominatief voor onderwerp en gezegde: zie LS nrs 300 en 303

- de vocatief voor de aanspreking: zie LS nr 308

- de genitief voor de bijv. bep. van bezit: zie LS nr 310

- de datief voor het meewerkend voorwerp: zie LS nr 320

- de accusatief voor het lijdend voorwerp en na sommige voorzetsels: zie LS nrs 330-331

- de ablatief voor veel bijwoordelijke bepalingen, na sommige voorzetsels en als handelend voorwerp: zie LS nrs 340, 341, 342, 343, 344, 345 en 347.


c. Verder zag je al enkele andere bijzonderheden

- het geslacht van de substantieven: zie LS nr 29

- het zelfstandig gebruik van de adjectieven: zie LS nr 47

- de vorming van de bijwoorden: zie LS nrs 51-52

- de belangrijkste telwoorden: zie LS nr 61

- gebruik van hic, iste en ille: zie LS nr 84.


Oefeningen

1. Zeg van welke verbuiging volgende substantieven uit de basisteksten zijn en determineer ze volledig:

Voorbeeld: genere is van de 3de verbuiging, abl. enk.

- Basistekst 1: mortis (r.4), civitatem (r.6), agros (r.7), civem (r.8), lege (r.9), provincias (r.11), senatu (r.11), equites (r.12), frumentum (r.12), plebi (r.12)

- Basistekst 2: civium (r.1), nomen (r.2), senex (r.4), hostium (r.5), clamore (r.5), victorem (r.8)

- Basistekst 3: rex (r.1), salutem (r.3), hominibus (r.5), regni (r.6), libertates (r.7), mortem (r.9), homo (r.13), modum (r.14), magnitudinem (r.16), regnum (r.17), aquam (r.28).

Bij welke vormen hierboven waren er in theorie verschillende mogelijkheden en hoe vond je dan toch de juiste determinering?

2. Haal volgende zinsdelen (in het Latijn) uit bovenstaande teksten:

- een meewerkend voorwerp (2X) en een bijw. bep. van middel uit Basistekst 1

- een bijw. bep. van plaats en een bijv. bep. van bezit uit Basistekst 2

- een meew. voorwerp en een bijv. bep. van bezit (2X) uit regels 1-8 van Basistekst 3.

3. Verklaar de congruentie (overeenkomst in naamval, getal en geslacht) van volgende adjectieven of voornaamwoorden uit de basisteksten:

Voorbeeld: aliam is acc. enk. vrouw. omdat het congrueert met "insulam"

- Basistekst 1: idem (r.1), eodem (r.15)

- Basistekst 2: haec (r.3), timidus (r.4)

- Basistekst 3: omnibus (r.5), nostri (r.6), omnes (r.7), totum (r.17), nullus (r.21), omnes (r.25).

4. Haal de voornaamwoorden uit bovenstaande teksten, zeg om welk voornaamwoord het telkens gaat en determineer het:

Voorbeeld: earum is de gen. mv. vrouw. van het aanw. vnw. "is".

5. Bij het lezen en begrijpen van Latijnse teksten is het heel belangrijk de juiste woordgroepen te onderscheiden. Geef de volledige woordgroep waarvan volgende woorden deel uitmaken:

- Basistekst 1: idem (r.1), in (r. 14)

- Basistekst 2: nomen (r.2), haec (r.3), hostium (r.5)

- Basistekst 3: hominibus (r.5), post (r.9), delicto (r.15), totum (r.17), homo (r.21), per (r.23).

6. Welke adjectieven zijn zelfstandig gebruikt?

Omnibus (B1, r.6), nova (B1, r.10), pauperes (B2, r.2), parva (B2, r.3), omnibus (B3, r.5), totum (B3, r.17), liber (B3, r.21), parium (B3, r.24), omnes (B3, r. 25).

Portret van Columbus.

De reis van Columbus in 1492-1493.


Detail van de reis van Columbus in de Caraïben.

 

 


De eerste twee pagina's van de druk in Basel, 1494.

 

De voorstelling van de landing van Columbus op Hispana, in de druk van Basel in 1494.

 

Een kaart van de Duitser Martin Behaim vóór de ontdekking van Amerika - de witte vorm van Amerika is geprojecteerd op de oude kaart...


Een kaart van de jaren 1560: Zuid-Amerika is al vrij nauwkeurig afgebeeld, Noord-Amerika hangt vast aan Azië...  Welke werelddelen ontbreken er natuurlijk nog?

Waarom staat hier de datum 9 oktober? Kijk eens naar de tijdsaanduiding in de tekst...

Leestekst


Bij zijn terugkeer in Spanje schreef Christoffel Columbus zijn beroemde brief over de ontdekking
van Amerika:

     Epistola Christoferi Colom ad magnificum
            brief                                                            edel
      dominum Raphaelem Sanxis.
               heer                         (1)
     Tricesimo tercio die postquam Gadibus
         dertigste                                  nadat               (2)
     discessi, in mare Indicum perveni, ubi
                                               Indisch                        waar
5.  plurimas insulas ab innumeris habitatas
         heel veel                              ontelbaar         bewonen
     hominibus reperi...
                              
     Primae insulae divi Salvatoris nomen
                                                           Verlosser
     imposui, eam vero Indi Guanahanyn vocant; 
                                               Indiërs
     aliam insulam Iohannam appellari iussi,  
       
10.aliam Hispanam...

     Quam primum in insulam Iohannam 
        (hier)  van zodra
     appulimus, occidentem versus aliquantulum
         aanleggen               westen             naar           een beetje   
     processi, sed eam magnam nullo reperto fine
      verder gaan                                            zonder een eind te hebben
                                                                           gevonden

     inveni, ut non insulam, sed continentem
                                                                      continentaal
15.Chatay provinciam esse crediderim. Nulla
            (2)         (hier) streek                        
     tamen vidi oppida aut municipia in maritimis
                                                             stad                      kust-
     confinibus praeter aliquos vicos. Cum incolis
            gebied                                            dorp                 bewoner
     loqui nequibam, nam simul ac nos videbant,
                    niet kunnen                  van zodra
     surripiebant fugam...
             nemen
20.In insula Hispana maximi sunt montes
                                              heel groot
     ac pulchri, vasta rura, nemora, campi
                                          landerij       woud         
     feracissimi. Incolae utriusque sexus nudi
       zeer vruchtbaar                                            sekse    naakt
     semper incedunt. Carent hi omnes 
          altijd           lopen          ontberen,
                                             niet hebben               

     quocunque genere ferri. Carent et armis, et 
       
25.sunt timidi ac pleni formidine...
                vreesachtig       vol        
  

(1) Raphael Sanxis, de bestemmeling van deze brief, was thesaurier (secretaris van de schatkist) van koning Ferdinand II van Spanje. Eigenlijk heette de man Gabriël, maar de vertaler maakte een fout...
(2) Zie opgave 3.
(3) Zie opgave 9.

Naar Columbus, Epistula de insulis nuper repertis, passim


Opgaven

1. Deze brief van Columbus was in het Spaans geschreven en door een zekere Aliander de Cosco in het Latijn vertaald. De brief beleefde alleen al in 1493 11 uitgaven en werd een groot succes in heel Europa.
De brief was waarschijnlijk geschreven op 4 maart 1493 en werd wellicht in april in het Spaans uitgegeven. Hij werd al eind april in Rome in het Latijn vertaald door de overigens onbekende Aliander de Cosco en voor het eerst gedrukt in mei 1493. Voor eind 1493 verscheen er ook een druk in Basel (Zwitserland), met enkele illustraties (zie hiernaast).
Nog in 1493 verschenen er drie drukken in Parijs en één in Antwerpen (nu bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel).

2. Christoferus Colom (r.1): in het Spaans heette Columbus Cristobal Colon - de naam in deze brief is een vermenging van Spaans en Latijn. Van welke nationaliteit was Columbus eigenlijk?

3. Gadibus (r.3): Gades was de Latijnse naam voor de Spaanse havenstad Cadiz (zuidwest Spanje).

4. Tricesimo tertio die (r.3): Columbus was uit Cadix vertrokken op 3 augustus 1492; op 6 september voer hij weg van de Canarische eilanden en op 12 oktober kwam het eerste land in zicht. Klopt de tijdsaanduiding in deze brief?

5. In mare Indicum (r.4): hoe komt het dat Columbus dacht dat hij bij Indië was? Wist men al dat de aarde rond is?

6. Divus Salvator (r.7) of San Salvador was dus de naam die Columbus aan het eerst ontdekte eiland gaf - de inlanders noemden het "Guanahani". Tegenwoordig wordt aangenomen dat het waarschijnlijk om het eiland Samana Cay, in de Bahama's, ging - zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Guanahan%C3%AD

7. Iohanna (r.9) of Juana (Spaans) is de naam die Columbus gaf aan het huidige Cuba. Columbus dacht hiervan dat het om China of Japan ging. Wat bewijst dit nog eens?

8. Hispana (r.10): bedoeld is La Espanola, in het Latijn Hispaniola. Dit is nog altijd de naam van het grote eiland ten oosten van Cuba, in de Grote Antillen, waar twee staten op liggen, Haïti en de Dominikaanse Republiek (het oostelijk deel).

9. Chatay (r.15), Cathay of Catai is een oude benaming voor China. Oorspronkelijk waren de Catai of Khitan een nomadisch volk in Noord-China in de jaren 900 - 1100. De naam Cathay werd populair na de reizen van Marco Polo naar het verre Oosten - zoek hierover enkele inlichtingen op.

10. Welke interessante inlichtingen geeft Columbus over de oorspronkelijke bewoners in regels 17-25?

Uit niets in deze brief blijkt hoe Columbus de inboorlingen behandelde. Nochtans weten we dat hij later veel kritiek kreeg over de wrede manier waarop hij soms optrad. In 1500 kwam er zelfs een officieel onderzoek tegen hem na zware klachten over machtsmisbruik en uitmoorden van inboorlingen, en hij werd zelfs een tijd in de gevangenis geworpen...

Verwondert het je b.v. waarom aanhangers van de Venezolaanse president Hugo Chavez op 12 oktober 2004 het standbeeld van Columbus vernielden? En wat er met andere standbeelden van Columbus in Amerika gebeurde in 2020? - zie https://www.hln.be/buitenland/mexico-stad-haalt-standbeeld-columbus-weg~a3779714/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.be%2F

11. 12 oktober is in sommige landen "Columbusdag" - zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Columbusdag 

12. In de oorspronkelijke tekst staat er "tercio" in plaats van "tertio" (r.3), "primeque" in plaats van "primaeque" (r.7), "preter" in plaats van "praeter" (r.17) of "incole" in plaats van "incolae" (r.22). De uitspraak - en hier ook de schrijfwijze - van het Latijn werd in de loop der eeuwen sterk beïnvloed door het Italiaans; dat is zeker het geval in het kerklatijn.
Hoe noem je de klassieke uitspraak van het Latijn? Zie ook LS nr 2.

13. Geef en verklaar de naamval van:

Voorbeeld: Christoferi (r.1) is gen. enk. omdat het een bijv. bepaling van bezit is.

Die (r.3), mare (r.4), insulas (r.5), hominibus (r.6), insulae (r.7), nomen (r.7), insulam (r.11), oppida (r.16), nos (r.18), montes (r.20), campi (r.21), incolae (r.22), timidi (r.25).

Activiteiten

1. Sociale strijd is iets van alle tijden. Verschijnselen als opstanden, stakingen, landhervormingen, enz. (zie Basistekst 1) zien we ook in latere tijden en zelfs nu nog.
Kun je één van deze aspecten actualiseren, dus toepassen op de moderne wereld? Ken je b.v. nog andere belangrijke sociale bewegingen, weet je iets van de sociale strijd in België, ken je het probleem van het grootgrondbezit en de landhervormingen in Brazilië, enz.?

2. Verwondert het je niet dat de koning van Engeland in Basistekst 3 ook de titels krijgt van "heer van Ierland" en zeker van "hertog van Normandië en Aquitanië"?

Even wat geschiedenis:
- in 1066 werd Engeland door de hertog van Normandië, Willem de Veroveraar, veroverd (slag bij Hastings)
- in feite was Engeland dus een leen van de vorst van Normandië, maar in de praktijk was het omgekeerde waar
- door de dramatische nederlaag van de Engelsen tegen de Fransen bij Bouvinnes (1214) verloor Jan zonder Land de Franse bezittingen
- in 1216 zou de Franse koning Lodewijk VIII zelfs Londen veroveren, waardoor koning Jan naar het noorden moest vluchten, waar hij stierf - vandaar wellicht zijn bijnaam "Jan zonder Land"
- later zouden de Engelsen, tijdens de 100-jarige oorlog (1337 - 1453), nog grote stukken van het noorden en westen van Frankrijk veroveren. Calais bleef Engels tot 1558...!

Misschien een interessante opgave voor groepswerk: iedere groep zoekt wat gegevens op over de hierboven vermelde belangrijke geschiedenisepisodes.

3. Teksten als de Latijnse tekst van de Magna Carta zijn heel interessant voor de studie van de taal, niet alleen van het Latijn, maar ook b.v. voor het ontstaan van talen als het Engels of het Frans.

De ontstaansgeschiedenis van het Engels is trouwens heel boeiend:
- het Engels is ontstaan uit de talen die door Germaanse stammen als de Angelen en de Saksen werden gesproken
- later, in de jaren 800-1000, is er heel wat invloed van het oud-Noors geweest door de vele Vikingen die er zich vestigden
- ten slotte heeft het oud-Engels ook heel veel invloed ondergaan van het Frans, na de verovering door de Normandiërs in 1066.

Zo kan men stellen dat de zinsbouw van het Engels in hoofdzaak Germaans is, maar dat de woordenschat voor 60% uit het Frans en dus het Latijn komt.

In onderstaande tabel met enkele belangrijke woorden, die je al in het Latijn geleerd hebt, kun je zien dat het Engels nu eens bij de groep Latijn-Italiaans-Frans aanleunt, dan weer bij de groep Duits-Nederlands.

Latijn Italiaans Frans ENGELS Nederlands Duits
populus Popolo peuple people volk Folk
libertas libertá liberté liberty vrijheid Freiheit
aer aria air air lucht Luft
pars parte partie part deel Teil
occupare occupare occuper occupy bezetten besetzen
solus solo seul alone alleen allein
fames fame faim hunger honger Hunger
terra terra terre land land Land
facere fare faire make maken machen
deus dio dieu god god Gott

Het zou leuk zijn met zijn allen in de klas nog zulke reeksen woorden te zoeken...

4. Nog wat taalgeschiedenis... Toen de Germaanse Angelen en Saksen in de 5de eeuw Engeland bezetten, woonden daar de Kelten. Kelten bevolkten trouwens een groot deel van westelijk Europa voor de Romeinen en later de Germanen er kwamen.
Het is dus zeker dat ook de Keltische talen invloed hebben gehad in het ontstaan van het oud-Engels, alleen is het moeilijk te weten in welke mate.
Het woord bladum =  graan (Basistekst 3, r.19), dat hier "verlatijnst" wordt, is waarschijnlijk zo'n woord: in het Frans blé (graan), dat ook komt van het Keltisch 'blato'...

Ook in het Nederlands vinden we nu nog vrij veel woorden die van Keltische oorsprong zijn: plaatsnamen eindigend op -ik zoals Doornik of Kortrijk, plaatsnamen op -dunum zoals in Wenduine, oude woorden als duin, kar (bij Caesar "carrus"), ambacht (bij Caesar "ambactus") of broek (bij Caesar "bracca") en zelfs woorden als vrij, eed of kade.

Zie alweer het interessante Wikipedia-artikel http://nl.wikipedia.org/wiki/Kelten

Zo kunnen we zeggen dat het Nederlands (zoals elke taal) uit verschillende "lagen" bestaat: die lagen zouden dan o.a. Keltisch, Germaans, Latijn, Frans, Engels en zelfs Italiaans, Spaans en Duits ... zijn.
Een amusante oefening zou kunnen zijn dat je deze lagen op het bord afbeeldt in steeds kleiner wordende "plakjes" en daar een taalpiramide mee maakt - van grootste invloed naar kleiner en kleiner. Benieuwd wat je onderaan legt en wat helemaal bovenaan...

5. Zoals blijkt uit de snelle verspreiding van de Brief van Columbus in de jaren 1493-1494 was er niet alleen een grote internationale belangstelling voor de ontdekking van Amerika, maar was het ook gemakkelijk die brief snel op verschillende plaatsen te laten drukken. Hoe komt dat? Wat bewijst dat over het Latijn?